De sabel, een iconisch wapen van de cavalerie en lichte infanterie, heeft een prominente plaats in de Europese militaire geschiedenis van de 17e tot de 20e eeuw. Gekenmerkt door zijn enkelzijdige gebogen blad, combineert de sabel slagkracht met grote wendbaarheid, waardoor hij zowel te paard als te voet formidabel is.
Geëvolueerd uit oosterse sabels geïntroduceerd in Europa tijdens conflicten met het Ottomaanse Rijk, vestigde de Europese sabel zich snel in de legers van het continent. De wijdverbreide adoptie getuigt van zijn effectiviteit, vooral gewaardeerd om zijn vermogen om verwoestende snijwonden toe te brengen, zelfs tegen licht beschermde tegenstanders.
In de militaire context heeft de sabel talrijke nationale varianten gezien, van de Franse cavalerie sabel tot de Hongaarse huzaren sabel, via de Britse infanterie sabel. Het gebruik ervan strekte zich ver uit boven het slagveld, en werd een symbool van rang en gezag in de strijdkrachten tot in de moderne tijd.
Voor HEMA-beoefenaars biedt de studie van de sabel een fascinerend inzicht in de militaire gevechtstechnieken van de afgelopen eeuwen. De militaire schermhandleidingen van de 19e eeuw, rijk aan technische details, laten toe een krijgskunst te verkennen die de moderne geschiedenis direct heeft beïnvloed. De beoefening van de sabel in HEMA combineert dus historische studie met dynamische technieken, met de nadruk op de vloeiendheid van bewegingen en martiale effectiviteit.