De "zeer grote zwaarden", algemeen bekend als Grote Zwaarden, vertegenwoordigen het toppunt van de evolutie van Europese zwaarden. Deze categorie omvat indrukwekkende wapens zoals de espadon, de flamberge, de Duitse zweihänder en de Spaanse montante. Verschenen aan het einde van de 15e eeuw en gebruikt tot het begin van de 17e eeuw, belichaamden deze gigantische zwaarden, met een lengte tussen 120 en 170 cm, macht en prestige op de slagvelden van de Renaissance.
In tegenstelling tot de populaire overtuiging, waren deze wapens niet zeldzaam. Ze waren bijzonder geliefd bij de Landsknechten, Duitse huurlingen, en de Zwitserse garde, die ze gebruikten om de formaties van piekeniers te breken. De flamberge, met zijn kenmerkende golvende blad, was niet alleen ontworpen om visueel te imponeren, maar ook om de verdediging van de tegenstander te destabiliseren en ernstigere verwondingen toe te brengen.
In de context van HEMA biedt de studie van deze wapens een fascinerend inzicht in de gevechtstechnieken van de late middeleeuwen en de Renaissance. Hun hantering, die kracht, uithoudingsvermogen en vaardigheid vereist, stelt beoefenaars in staat om unieke bewegingen en strategieën te verkennen. Historische traktaten, zoals die van Joachim Meyer, geven waardevolle aanwijzingen over de technieken die met deze indrukwekkende wapens werden gebruikt.
Het gebruik van Grote Zwaarden simulatoren in modern HEMA behoudt niet alleen deze historische technieken, maar waardeert ook de diversiteit en complexiteit van het Europese martial arsenaal. Of het nu gaat om spectaculaire demonstraties of om een diepgaande studie van Renaissance vechtkunsten, deze "grote zwaarden" blijven boeien en inspireren liefhebbers van de krijgsgeschiedenis.